Sjors

26 September 1999

‘’Doei, bedankt voor de gezellige avond! Rij voorzichtig en tot morgen.” Je zwaaide nog een keer en fietste weg. Het donker in, richting huis, twintig minuten fietsen. “Doei-doei!”
Niemand kon toen weten dat we op dat moment als vriendengroep voor de laatste keer compleet waren.

Niet veel later stonden we om jou heen en probeerden we elkaar te troosten. Boos, verdrietig en vooral: overlopend van ongeloof dat je er niet meer was.
Wat er die avond precies is gebeurd, is na bijna twintig jaar nog altijd een raadsel, een onopgeloste puzzel waarvan we de ontbrekende stukjes zo graag zouden willen leggen. Je ouders, broer, familie en je vrienden. Niet weten wie verantwoordelijk is voor jouw veel te vroege dood, het blijft moeilijk te verdragen.

Wat ik wel weet, is dat die onpeilbaar verdrietige week, de week van jouw afscheid, voor mij een keerpunt was. Daarna wist ik zeker wat ik later wilde worden.
Uitvaartbegeleidster.

Ook bijna twintig jaar na jouw overlijden, twaalf jaar na mijn eerste begeleiding en twee jaar na het starten van mijn uitvaartonderneming kijk ik nog regelmatig naar je foto.

Lieve Sjors, ik had je graag persoonlijk willen vertellen wat ik tot nu toe heb mogen doen. Hoe ik hou van mijn werk en hoe fijn het is om families bij te staan tijdens de momenten in hun leven dat alles op zijn kop lijkt te staan.
Ik weet zeker dat je zou luisteren naar de verhalen en mijn onzekerheden. Je zou mij op jouw eigen manier raad geven en me misschien een stuk door jou zelf gebakken cake voorzetten, waarvan ik de smaak na twintig jaar nog steeds kan proeven.